donderdag 8 augustus 2013

Vierenveertig.

Jouw afwezigheid zorgt voor een soort honger in mijn lijf.
Niet het soort honger dat met een snelle zoetigheid wordt beantwoord, maar de honger die onstilbaar sluimert en onbeantwoord blijft.

Het rijkhalzend uitkijken naar dat ene moment op Melsbroek is begonnen.
De seconden tellen tot je door de deur komt, overspoeld worden door emotie en liefde. Daar doe ik het voor.
Ik hou er van je te missen.
Ik hou ervan dat jij me iemand geeft om te missen.


Ps: Je hebt m'n hart.

zondag 4 augustus 2013

Drieeënveertig.

Tijdens de Gentse Feesten liep ik dagelijks een massa mensen door.
Meestal op kop, soms ook volgzaam.

Laat op de avond zocht ik je hand in de massa. Groot was de teleurstelling toen die er niet bleek te zijn.

Ik hou ervan hoe jouw hand mij zoekt in een zee van mensen.


Ps: Je hebt m'n hart.

Tweeënveertig.

Ik mis het om na je te gaan slapen.
Je laat altijd het lampje branden, mijn vader zou onnozel worden moest hij het horen.

Vandaag hoorde ik iemand zeggen dat mannen altijd aan de kant van de deur slapen. Grappig hoe waar dat is. Daardoor dacht ik aan een slapende jij. Zolang ik je ken slaap jij steevast in dezelfde houding. Foetushouding met jouw handen tussen je knieëen. Soms sta ik een poosje naar je te kijken.

Ik mis je.


Ps: Je hebt m'n hart.

Eenenveertig.

Rode bultjes op mijn been getuigen van nachten zonder jou.
Geen lief naast je hebben eist zijn tol. En wel zeker in de zomer.

Dus sla ik op mijn eigen vingers elke keer ik de jeuk voel opborrelen.
En elke keer besef ik dat jij er gelijktijdig vermoedelijk wél een wondje bij hebt.

Jij bent de beste muggenmelk.


Ps: Je hebt m'n hart.