donderdag 10 maart 2016

Achtenveertig.

Ik kan niet geloven hoe lang het geleden is dat ik hier nog iets schreef.
Misschien is dat te sterk uitgedrukt. Ik geloof het wel. Maar het verbaast me dat ik niet eerder de tijd nam of vond om onze liefde te benoemen.

Nochtans bestaat er een mooie naam voor die liefde tussen ons.

'Astor'.

Of hoe ik jou in de afgelopen 16 maanden zag ontpoppen van teder Lief naar mogelijks nog meer tedere Papa. Hoe je die rol dag in dag uit met glans vervult. Hoe ik moet lachen om trekken die ik in jullie allebei terug zie. Hoe ik geniet van de ochtenden dat je hem mee naar beneden neemt zodat ik me nog even kan omdraaien. Hoe je gek met hem doet. Hoe je lief met hem bent. Hoe ik je hart door de telefoon hoor breken als je er even niet bent. Hoe belachelijk trots je bent. Hoe je 's avonds m'n buik streelt en ik me gelijktijdig bedenk dat onze liefde binnenkort twee namen heeft.

Jij en ik wij hebben nu iets wat niemand anders heeft. Onze genen zitten verweven in een klein individu dat soms zo'n confronterend gedrag stelt dat ik me afvraag of je me nu ook anders bekijkt.
Een mensje dat zoveel liefde vraagt dat ik de onze soms als té vanzelfsprekend beschouw.

Dus neem ik bij deze het moment om te zeggen dat ik die vanzelfsprekendheid tracht te vermijden. Dat ik besef hoeveel je voor ons doet. Dat ik het zonder jou al lang had opgegeven.
Dat ik hoop dat ons gezin met de dag liefdevoller wordt, en dat ik eigenlijk weet dat het zo zal zijn.
Want jij en ik, wij zijn een top-team.

In ouderschap voor dummies.


Ps: Je hebt m'n hart.

maandag 14 april 2014

Zevenenveertig.

Het is een tijd geleden.
Ik had te weinig tijd om stil te staan bij wat je voor me betekent. Om te realiseren waarom ik je graag zie. Misschien omdat ik het je elke dag zeg.

Maar sinds kort zie ik je nog liever om ongekende redenen. Omdat je me een kans hebt gegeven.
Een kans die niemand anders me kon geven. Ik geniet het ongelooflijke recht om moeder te worden van jouw kind. Van ons kind. Jij maakt van mij een moeder.
Ik kan niet beschrijven hoe erg dat idee mijn hart vult, het doet overlopen van liefde voor jou, voor wat we hebben, voor wat komen gaat.

Mijn Lief, mijn maatje, mijn alles.
En straks ook Papa.

Ik heb je lief.

Ps: Je hebt m'n hart.

dinsdag 24 september 2013

Zesenveertig.

Vandaag hing ik met mijn kop boven het toilet, en hoewel ik vooral dacht aan 'laathetalsjeblieftstoppen', dacht ik ook dat ik me beter zou voelen moest jij over m'n rug gewreven hebben.

Ik ben niet trots op de meeste van die herinneringen, gezien de hoeveelheid drank die er vaak aan vooraf ging.
Maar ik ben wel trots op jou omdat je jouw hand er niet voor omkeerde om voor me te zorgen, in gelijk welke omstandigheden.

Ziek zijn gaat zoveel beter met jou.


Ps: Je hebt m'n hart.

zondag 22 september 2013

Vijfenveertig.

Ik droom de laatste nachten over zoenen met jou.
Levensecht. Vreselijk frustrerend om daarna te moeten ontwaken en te beseffen dat het niet waar was.

Maar ik droom het wel. En ik geniet er ontzettend van.
Wij zoenen overal. En altijd. En ik kijk er naar uit dat opnieuw te doen.

Ik hou ervan dat ik weet hoe wij zoenen.
Ik hou van jou.


Ps: Je hebt m'n hart.

donderdag 8 augustus 2013

Vierenveertig.

Jouw afwezigheid zorgt voor een soort honger in mijn lijf.
Niet het soort honger dat met een snelle zoetigheid wordt beantwoord, maar de honger die onstilbaar sluimert en onbeantwoord blijft.

Het rijkhalzend uitkijken naar dat ene moment op Melsbroek is begonnen.
De seconden tellen tot je door de deur komt, overspoeld worden door emotie en liefde. Daar doe ik het voor.
Ik hou er van je te missen.
Ik hou ervan dat jij me iemand geeft om te missen.


Ps: Je hebt m'n hart.

zondag 4 augustus 2013

Drieeënveertig.

Tijdens de Gentse Feesten liep ik dagelijks een massa mensen door.
Meestal op kop, soms ook volgzaam.

Laat op de avond zocht ik je hand in de massa. Groot was de teleurstelling toen die er niet bleek te zijn.

Ik hou ervan hoe jouw hand mij zoekt in een zee van mensen.


Ps: Je hebt m'n hart.

Tweeënveertig.

Ik mis het om na je te gaan slapen.
Je laat altijd het lampje branden, mijn vader zou onnozel worden moest hij het horen.

Vandaag hoorde ik iemand zeggen dat mannen altijd aan de kant van de deur slapen. Grappig hoe waar dat is. Daardoor dacht ik aan een slapende jij. Zolang ik je ken slaap jij steevast in dezelfde houding. Foetushouding met jouw handen tussen je knieëen. Soms sta ik een poosje naar je te kijken.

Ik mis je.


Ps: Je hebt m'n hart.